ROBBEDOES
EN KWABBERNOOT DOOR FRANQUIN 3 en 4
In
1953 is Franquin de belangrijkste tekenaar van het weekblad Robbedoes. Dankzij
de vernieuwingen die hij vanaf Er is een
tovenaar in Rommelgem doorvoert en zijn voortdurende aanwezigheid is de
titelheld uitgegroeid tot de populairste
stripfiguur van het blad. Voor De dictator en de paddenstoel werkt
Franquin samen met Maurice Rosy, een kleurrijke figuur, die dan net is
aangenomen door uitgeverij Dupuis als ideeënman. Rosy leverde een verhaal dat
perfect paste bij Franquins pacifistische gevoelens. De dictator en de paddenstoel
gaat van start met een lang, hilarische scene, waarin de Marsupilami een
uitvinding in handen krijgt van de graaf en daarmee Rommelgem op stelten zet.
Robbedoes en Kwabbernoot besluiten dat het voor het beestje beter is dat hij
terugkeert naar de jungle en brengen hem terug naar Palombië. Daar aangekomen
blijkt Wiebeling, Kwabbernoots neef, als dictator aan de macht te zijn gekomen.
Hij bereidt een invasie voor van zijn buurland en wil dat Robbedoes en Kwabbernoot
hem daarbij helpen. De twee stemmen toe, maar met als doel om de plannen van
Wiebeling te verijdelen. Daarbij komt de uitvinding van de graaf, een gas dat
metalen week laat worden, goed van pas.
Franquin
slaagt er met De dictator en de paddestoel in om een spannend, wat absurd verhaal te maken wat gelezen kan worden als een
aanklacht tegen militarisme en een pleidooi voor vredelievendheid.
Het
volgende verhaal heeft een heel ander karakter, maar opnieuw verschuift Franquin
de grenzen van het stripverhaal in die tijd door een nieuw element te
introduceren: de emotie. Striphelden zijn dan nog vooral onverschrokken avonturiers,
maar Franquin maakt zijn helden menselijker. Robbedoes en Kwabbernoot hebben op
de eerste pagina's van het verhaal een stevige ruzie, hun vriendschap staat op
springen, en tegen het einde van het
verhaal zien we een volkomen wanhopige Robbedoes, die er bijna het leven bij
laat. Pas op, Robbedoes is een Hitchcock-achtige thriller over persoonsverwisseling
met veel spanning en emotie. Het is ook het verhaal met de klassiek geworden scène,
waarin Kwabbernoot in de Franse bergen bij een afdaling de controle verliest
over zijn racefiets.
In
Het schuilhol
van het zeemonster komt de knutselaar in Franquin naar boven. Hij heeft
een levendige belangstelling voor de wetenschap en leest met passie
tijdschriften zoals Science et Vie en
National Geographic. Zijn collectie
boeken en tijdschriften over allerlei onderwerpen is een belangrijke inspiratiebron
voor Franquins eigen uitvindingen zoals de Tarbotmotor en de Kwabberhefschroef.
Het
schuilhol van het zeemonster speelt zich voor een belangrijk deel onder
water af en draait om een wedstrijd waarbij een toestel moet worden ontworpen
om op grote diepte mee te kunnen duiken. Samen met de graaf gaan Robbedoes en
Kwabbernoot de uitdaging aan. Het is een spannend verhaal, waarbij vooral de
onderwaterscènes heel mooi zijn getekend en door de nieuwe, frisse inkleuring
van deze versie komen ze helemaal tot hun recht.
Het schuilhol van het zeemonster is een mooi voorbeeld van de
professionalisering die het stripverhaal in de jaren vijftig doormaakt en waar
Franquin en Peyo een belangrijke bijdrage aan leverden. Franquin schrijft voor
het eerst zijn verhaal volledig uit, voordat hij begint met tekenen, in die
tijd nog tamelijk ongebruikelijk.
Voor Het
masker der stilte werkt Franquin opnieuw samen met Rosy, die inmiddels
ook de verhalen van Baard en Kale is
gaan schrijven. Het verhaal heeft een schitterend uitgangspunt. Robbedoes en
Kwabbernoot gaan een reportage maken over Incognito City, een stad waar alleen
miljonairs wonen. Juist op dat moment besluit een dievenbende om met behulp van
een uitvinding van de graaf om hier massaal te gaan inbreken.
Een
van de opvallendste elementen in dit verhaal is de architectuur. Hiervoor
schakelde Franquin een andere tekenaar in: Will. De moderne avant-gardistische
villa's in Incognito City zien er zowel aan de buitenkant als qua interieur
schitterend uit. Het tekenen ervan is echt iets voor Will, maar dat is niet de
enige reden waarom Franquin een deel van het tekenwerk uitbesteedt. Hij maakt een zeer drukke tijd door. Na een
conflict met zijn uitgever stapt Franquin over naar Kuifje en zit vier jaar
vast aan een contract voor Ton en Tineke.
Het conflict wordt bijgelegd, maar dat betekent dat Franquin met wekelijks een
strip in Kuifje en in Robbedoes en allerlei losse opdrachten een enorme
wekelijkse productie moet maken. Daar komt nog bij dat Dupuis de Franse markt
wil veroveren met Robbedoes en daar worden speciale verhalen voor gemaakt die
niet in het weekblad verschijnen. Dat Franquin nooit van Het masker der stilte
heeft gehouden, heeft niet zozeer te maken met het verhaal zelf, maar meer met
de omstandigheden waaronder het gemaakt wordt en die ertoe zullen lijden dat
hij ziek wordt.
Dit
zijn opnieuw twee prachtig verzorgde boeken met klassieke verhalen van een heel
goede stripmaker.
Dupuis
2016: 128 en 116 pagina's; hardcover, kleur; € 22,50
☺☺☺☺
Kijk ook eens op
http://hanspols.nl