TON
EN TINEKE INTEGRAAL (André Franquin en anderen)
Halverwege
de jaren vijftig is André Franquin op zijn top. Het zijn de gouden jaren van
het weekblad Robbedoes en Franquin levert daar met zijn klassiek geworden
Robbedoesverhalen een belangrijke bijdrage aan. Waarvoor hij te weinig betaald
krijgt. Na een conflict hierover met zijn uitgever, Charles Dupuis, gebeurt wat
niemand had verwacht: André Franquin stapt op bij Dupuis en klopt even later
aan bij de concurrent: Raymond Leblanc. Die wil Franquin graag in zijn
tijdschrift Kuifje hebben en biedt hem een contract voor vijf jaar aan. De
breuk met Charles Dupuis had grote gevolgen.
Voor
Kuifje bedenkt André Franquin het burgermannetje Ton en zijn vriendin Tineke,
waarvan vanaf 1955 wekelijks een grap van één pagina verschijnt. Intussen is
het conflict met Dupuis gesust en is Franquin teruggekeerd op het oude nest.
Het gevolg daarvan is dat er een hectische periode aanbreekt waarin hij
wekelijks twee pagina's Robbedoes
tekent, aankondigingstroken op de voorpagina van het weekblad Robbedoes, een
pagina Ton en Tineke en daar komt vanaf 1957 ook Guust Flater nog bij. Het kost hem zijn gezondheid. Achteraf gezien
is het dus niet vreemd dat hij met gemengde gevoelens op deze periode
terugkeek. Dat hij Ton en Tineke met steeds meer tegenzin maakte is er echter niet
aan af te zien.

In deze hectische periode had Franquin
gelukkig een aantal vrienden waarop hij terug kon vallen. Jidéhem werd zijn
assistent voor Robbedoes en Will tekende enige tijd de decors. Voor
het schrijven van de grappen voor Ton en Tineke benaderde Franquin
twee toen nog jonge stripmakers: Greg en Goscinny. Zij introduceerden een paar
bijfiguren in de strip zoals de buurmannen Lawijt en Hanepoot. Met de handelsreiziger
Felix en zijn ondeugende neefjes is dan de wereld van Ton en Tineke compleet.
Ton en Tineke is een strip die onder andere
wordt geroemd om de vormgeving. De meubels, de auto's, het was allemaal heel
modern en gaf een prachtig tijdsbeeld.
Voor
het eerst zijn alle 183 grappen die Franquin tekende in chronologische volgorde
gebundeld in een dikke uitgave die volledig recht doet aan het talent van een
groot stripmaker die ook onder enorme druk en soms met tegenzin zulke schitterende
pagina's kon maken. Het is opvallend dat deze platen zestig jaar na dato nog
altijd zo fris ogen en dat de grappen nog altijd leuk zijn. Behalve alle
pagina's bevat deze integrale uitgave ook een mooie aanvulling in de vorm van
vijf goed gedocumenteerde dossiers. Al wil Augustin David wel erg graag laten
weten dat hij niet van de straat is en sleept hij er erg veel filosofen om zijn
bijna onleesbare betoog te ondersteunen. Nou ja, dat is dan het enige minpuntje aan deze
schitterende, goed verzorgde uitgave van een stripklassieker.
Uitgeverij
Le Lombard 2015; 264 pagina's; hardcover; Prijs € 34,95
☺☺☺☺☺